Europees conservatoir beslag op buitenlandse banktegoeden mogelijk per 2017

eu-wetgeving.jpg

 

Door: Robert Bakker

In 2014 heeft het Europees Parlement en de Europese raad een verordening aangenomen die grensoverschrijdende beslaglegging op banktegoeden mogelijk moet maken. De lidstaten zijn verplicht om wetgeving te implementeren, die het mogelijk maakt dat de rechter van een lidstaat bevel kan geven om conservatoir bankbeslag te leggen in een andere lidstaat. De verordening is het resultaat van jarenlang Europees onderzoek en onderhandeling over de mogelijkheden van het terugdringen van grensoverschrijdende wanbetaling en het voorkomen van het frustreren van verhaalsmogelijkheden in het buitenland. Op 2 mei jl. heeft de minister een wetsvoorstel ingediend dat deze verordening zal gaan implementeren in de Nederlandse wetgeving. De wet treedt dan waarschijnlijk in 2017 in werking.

 

Huidige beperkingen

Tot dusver was een bedrijf dat een onbetaalde vordering had op een debiteur elders in de EU, afhankelijk van de juridische (on)mogelijkheden van het treffen van conservatoire maatregelen in het land van de buitenlandse wanbetaler. Niet ieder land in de EU kent de mogelijkheid van conservatoire beslaglegging, zoals dat in Nederland is geregeld. Kort gezegd kan een Nederlandse crediteur die een vordering op een Nederlandse partij heeft, voordat hij een uitvoerbaar vonnis heeft, verlof vragen aan de president van de rechtbank om conservatoir beslag te leggen. Hij moet dan aannemelijk maken dat hij een vordering heeft en verder aan een aantal juridisch inhoudelijke vereisten voldoen. Zonder dat de debiteur daarover wordt gehoord of anderszins daarvan in kennis wordt gesteld, verkrijgt de crediteur doorgaans dat verlof. Daarmee kan hij de bezittingen en tegoeden van de debiteur zeker stellen voor verhaal, zolang hij nog geen uitvoerbaar vonnis heeft verkregen.

Voorheen moest een bedrijf met een vordering op een buitenlandse partij daarom eerst een advocaat zoeken in het land van die debiteur, die hem kon bijstaan en adviseren bij het zekerstellen van verhaalsmogelijkheden. Dat is doorgaans een kostbare aangelegenheid. Met het voorliggende wetsvoorstel komt daaraan in veel gevallen een einde. Vanaf de invoering van de wet zal het onder bepaalde voorwaarden mogelijk zijn om bij de rechtbank in Nederland een beslagbevel te verkrijgen om in een andere EU-lidstaat conservatoir bankbeslag te mogen leggen.

 

Voorwaarden

Aan het verkrijgen van een dergelijk bevel zijn wel voorwaarden verbonden. Een van die voorwaarden is dat de crediteur die beslag wil leggen, zekerheid moet stellen voor de terugbetaling van het bedrag, mocht hij uiteindelijk in het ongelijk worden gesteld. Ook de voorwaarde dat binnen een door de rechter te bepalen termijn een procedure aanhangig moet worden gemaakt tegen de debiteur geldt hier. Verder worden er meer eisen gesteld aan de onderbouwing en het bewijs van het bestaan van de vordering dan in de Nederlandse conservatoir beslagprocedure geldt. Tot slot moet worden gemotiveerd waarom het beslag noodzakelijk is en dat de uitkomst van een procedure niet kan worden afgewacht, omdat zonder beslag de latere inning moeilijk zo niet onmogelijk zou worden.

 

Competentieregels

Deze regeling doet niet af aan de normale bevoegdheidsregels voor de gerechten die gelden bij het in rechte betrekken van buitenlandse debiteuren. Indien men contractueel niets heeft geregeld over die bevoegdheid, dan kan het zijn dat de rechter van het land van de debiteur bevoegd is en dat de zaak dus voor de buitenlandse rechter moet worden uitgevochten. De ervaring leert dat gerechtelijke procedures in veel EU-lidstaten aanmerkelijk meer tijd vergen dan in Nederland het geval is. Ben je in Nederland met een normale incasso voor de rechtbank in eerste aanleg hooguit een jaar kwijt, in België of Italië mag men dergelijke korte doorlooptijden niet in alle gevallen verwachten. Het is dus van groot belang dat de Nederlandse rechter uitsluitend bevoegd is om kennis te nemen van geschillen met buitenlandse partijen. Om dat te bereiken kan men er voor kiezen om zich te verlaten op de Nederlandse wet en het Nederlandse internationaal privaatrecht. Maar de kans dat die regels de buitenlandse rechter aanwijzen is niet gering. Het is dus van groot belang om in contracten met buitenlandse partijen altijd een zogenaamde forumkeuzebeding op te nemen waarin de rechter van het eigen land bevoegd wordt verklaard en bij voorkeur ook een keuze voor Nederlands recht op te nemen.

 

Forumkeuze en rechtskeuze

Het succesvol incasseren van vorderingen op buitenlandse partijen begint dus bij een goed contract met daarin een forum- en een rechtskeuze, al dan niet in algemene voorwaarden. Veel contracten bevatten zogenaamde arbitragebedingen, die de bevoegdheid van de gewone rechter uitsluiten. Let er op dat indien een dergelijk arbitragebeding is gemaakt, de mogelijkheid van het Europese bankbeslag daarmee wordt ontnomen. Alleen indien de gewone rechter bevoegd is, kan een dergelijk bevel worden gevraagd.