Heien zonder te sonderen – heibedrijf aansprakelijk of toch niet?

1345800487f2gyRV.png

Door: Robert Bakker

Stel u heeft een heibedrijf en een aannemer vraagt u om twee palen te slaan ten behoeve van een uitbouw van een woning. U vraagt niet om sonderings- of constructieberekeningen of naar de aard van het werk dat op de palen moet komen te rusten en de aannemer geeft daar ook geen nadere details over. U doet verder ook zelf geen onderzoek naar de bodemgesteldheid en u doet evenmin navraag bij de gemeente. U slaat twee palen en gaat af op uw gevoel en ervaring dat de palen diep genoeg zitten en voldoende stuit hebben. Kosten van het heiwerk: € 748,00 in de btw.

Na enige maanden blijkt dat de uitbouw is weggezakt, dat de muren bol staan, dat er een grote ruimte is ontstaan tussen de dakbedekking en het metselwerk en dat het dak met een omgekeerd afschot is komen te liggen. Kortom de aanbouw moet worden afgebroken. Er moet opnieuw worden geheid en de aanbouw moet opnieuw worden opgebouwd. Schade: € 50.000.

De aannemer (die door de opdrachtgever met succes voor de schade aansprakelijk is gehouden) spreekt u aan wegens het uitvoeren van ondeugdelijk werk. Bij de rechtbank wordt u aansprakelijk gehouden voor 10% van de schade maar bij het gerechtshof komt u met de schrik vrij.  Hoe ging dat in zijn werk?

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank vindt dat van het heibedrijf, mede gelet op de geringe hoogte van de kosten van het heien, niet mocht worden verwacht dat zij zelf ongevraagd berekeningen zou uitvoeren of bij de gemeente sonderingsgegevens zou opvragen. De berekeningen waren immers onderdeel van de opdracht van de aannemer. Aan de andere kant oordeelde de rechtbank dat van het heibedrijf mocht worden verwacht dat zij, ook onder de onderhavige omstandigheden, deugdelijk werk levert en de risico’s die het leveren daarvan bedreigen, onderkent. Vandaar dat het heibedrijf toch 10% van de schade moet betalen.

Oordeel gerechtshof in hoger beroep

In hoger beroep oordeelt het Hof anders. Het heibedrijf komt er bij het Hof zonder kleerscheuren van af. Waarom? In de procedure heeft een deskundige verklaard dat de schade kan zijn ontstaan door te korte palen en/of door een te kleine diameter van de palen. Twee mogelijke oorzaken dus. De aannemer is echter slechts gaan liggen voor de korte palen en is de oorzaak van de beperkte diameter vergeten mee te nemen in de onderbouwing van de aansprakelijkheid. Ook heeft de aannemer nagelaten om te betwisten dat tijdens het heien er geen aanwijzingen waren dat de palen te kort zouden zijn. Kortom, de aannemer heeft niet weten aan te tonen dat de schade aan het heibedrijf is toe te rekenen.

Waarschuwingsplicht?

Daarnaast ziet het hof geen reden om te oordelen dat op het heibedrijf de verplichting rustte om de aannemer (en de opdrachtgever) te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht[1], omdat niet is komen vast te staan dat het heibedrijf die onjuistheden kende of behoorde te kennen. De vordering van de aannemer wordt afgewezen en het heibedrijf hoeft ook niet meer met 10% bij te dragen aan de schade. De aannemer blijft met de gehele schade van € 50.000 plus de kosten van de procedure bij de rechtbank en bij het hof zitten.

Redelijke verdeling van aansprakelijkheid?

Ik vind dit een onbevredigende uitspraak. Met name het feit dat er hier sprake is van een partij, het heibedrijf, aan wie specifieke deskundigheid met betrekking tot het heien en sonderingen kan worden toegeschreven, zou naar mijn smaak tot een andere uitkomst hebben moeten leiden. Het heibedrijf had kennelijk zo weinig informatie over de bodemgesteldheid, de constructie en de aard van het werk, dat zij dit heiwerk nooit had mogen uitvoeren, zonder tenminste over relevante constructieberekeningen te beschikken. Ze had de opdracht daarom onder die omstandigheden simpelweg moeten weigeren. Dat neemt niet weg dat de aannemer ook niet vrijuit gaat. Hij had uiteraard de berekeningen moeten maken en het heibedrijf van voldoende informatie moeten voorzien. Een redelijke uitkomst zou mijns inziens zijn dat de aannemer en het heibedrijf ieder voor 50% voor de schade zouden moeten opdraaien.

Dat deze zaak deze onbevredigende uitkomst heeft komt mede doordat de aannemer niet helemaal volledig aan zijn stelplicht heeft voldaan. Hij had volgens het hof duidelijker moeten zijn in de onderbouwing van de aansprakelijkheid en moeten uitleggen hoe de twee oorzaken (korte palen en te kleine diameter) tot de schade hebben geleid en waarom het heibedrijf een verwijt treft. Ik sluit niet uit dat de aannemer, indien de zaak door de Raad van arbitrage voor de Bouw zou zijn beslist, er minder bekaaid was afgekomen.

Kortom, een op het oog eenvoudige schadekwestie leidt tot een onbevredigende uitkomst. Een herkansing zit er voor deze aannemer helaas niet in.

Lees hier de uitspraak[2].

 



[1] artikel 7:754 BW

[2] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-10-2015 - ECLI:NL:GHARL:2015:7683