De computer als rechter - (on)mogelijk?

justitievrouwe.png

Sinds de automatisering haar intrede deed in de juridische praktijk leeft de vraag of de rechter kan worden vervangen door ICT. Dat systeem zou eenvoudig de feiten onder de rechtsregels leggen en de uitspraak zou met een druk op de knop kunnen worden geproduceerd.

Er zijn een aantal rechtsgebieden waar dat heel goed voorstelbaar is. Het berekenen van een ontslagvergoeding gaat voor een deel al met programma’s en de vraag of een bouwvergunning wel of niet rechtmatig kan worden verstrekt, is ook wel met enige goede wil in een computerprogramma te vatten. Ook straffen voor verkeersdelicten zijn al grotendeels geautomatiseerd.

Voor een programmeur zijn dit soort beslismodellen heel goed in een programma te vatten. Maar het probleem ontstaat indien er zogenaamde ‘open normen’ een rol gaan spelen, zoals redelijkheid en billijkheid, goede trouw, goed werkgeverschap, maatschappelijke betamelijkheid, zorgvuldigheid, verwijtbaarheid en ga zo maar door. Het Burgerlijk Wetboek, waar ondernemers het meest mee te maken hebben indien zij overeenkomsten sluiten met andere partijen, zit vol met dat soort normen. De regels in dat wetboek zijn geschreven om deze te kunnen toepassen in een grote verscheidenheid aan zaken. Het is dan onontkoombaar dat degene die deze regels toepast, moet gaan interpreteren en uitleggen. Daaruit ontstaat dan jurisprudentie, die weer van belang kan zijn voor toekomstige problemen.

Het Nederlandse rechtstelsel is geen statisch geheel van regels dat als een sjabloon over ieder probleem kan worden gelegd. In tegendeel, het is een dynamisch geheel, dat zich waar nodig steeds aanpast aan maatschappelijke ontwikkelingen en wensen. Die dynamiek komt tot uitdrukking in de rechtspraak en daarvoor heb je rechters en advocaten nodig en geen computers. Gelukkig maar zou ik willen zeggen, want het recht is pas recht indien de correctiemechanismen van de rede en de redelijkheid hun werk kunnen doen. Een computer is slechts in staat tot recht toe recht aan beslissen en kan die billijkheidscorrectie niet maken.

Het zelfde fenomeen zie je terug in de ‘doe-het-zelf’ strategie van mensen, die met behulp van Google de oplossing van hun juridische probleem op internet proberen te vinden. Op hoofdlijnen is dat heel goed mogelijk en voor een goed begrip van de problematiek is dat ook heel verstandig om te doen. Maar in veel gevallen zal een contract of een geschil met een derde, toch door een specialist moeten worden beoordeeld. En die specialist is tot op de dag van vandaag gelukkig nog steeds een mens van vlees en bloed.

 

Robert Bakker